Inleiding
De paragraaf weerstandsvermogen geeft aan hoe robuust de programmabegroting is voor financiële tegenvallers. Aandacht voor het weerstandvermogen voorkomt dat substantiële risico’s dwingen tot extra bezuinigingen en bijstelling van de programma’s. Voor het beoordelen van het weerstandsvermogen is inzicht nodig in de omvang en de achtergronden van de risico’s alsmede van de aanwezige weerstandscapaciteit.
Deze paragraaf geeft inzicht in de risico’s die de gemeente loopt en de bedragen die daarbij horen. Voor de berekening van het gewenste weerstandsvermogen, maakt de gemeente gebruik van een risico-cumulatiemodel, een Monte Carlo simulatie. De kans en impact van de risico’s bepalen daarbij de hoogte van het benodigde weerstandscapaciteit en daarmee van het weerstandsvermogen.
Artikel 11 van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) verplicht overheden om een risicomanagementbeleid op te stellen. Daarin staan:
- Weerstandsvermogen;
- beschikbare weerstandscapaciteit;
- benodigde weerstandscapaciteit.
Weerstandsvermogen is de verhouding tussen:
- de beschikbare weerstandscapaciteit, en
- de benodigde weerstandscapaciteit.
Artikel 4.2 van de Algemene verordening financieel beheer en Beleid gemeente Den Haag 2019 (RIS300591) geeft hieraan vorm. De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit alle niet-bestemde middelen. De gemeente Den Haag heeft hiervoor de algemene reserve. Naast de algemene reserve behoren in Den Haag ook de reserve grondbedrijf, de programmareserves, de centrale bedrijfsvoeringsreserve en de gemeentebrede reserve exploitatieresultaten tot de incidentele weerstandscapaciteit. De structurele weerstandscapaciteit bestaat uit de begrotingspost onvoorzien.
De benodigde weerstandscapaciteit wordt periodiek bepaald aan de hand van een inventarisatie van de mogelijke risico’s. Er wordt een inschatting gemaakt van de kans van deze risico’s en de maximale hoogte van het risico. Vervolgens worden deze risico’s gewogen in een risicocumulatiemodel waarbij met 95% waarschijnlijkheid de benodigde hoogte van de weerstandscapaciteit berekend wordt.
Met de bepalen van de weerstandscapaciteit wordt periodiek ook het weerstandsvermogen beoordeeld.
Ontwikkelingen komende jaren
Naast tegenvallers die direct gevolgen voor de begroting hebben zijn er ontwikkelingen die over enkele jaren van invloed zijn op de robuustheid van de programmabegroting. Het is belangrijk deze ontwikkelingen te kennen en daarop te anticiperen en daarmee wendbaarheid binnen de begroting te behouden. Ook hierin is de hoogte van de algemene reserve van belang om fricties te voorkomen. Al is er geen direct verband tussen deze ontwikkelingen en de hoogte van de algemene reserve.
Deze ontwikkelingen zijn:
Herziening financiering 2026
In 2026 wil het Rijk een andere financiering voor de gemeenten invoeren. Het gesprek tussen Rijk en medeoverheden richt zich onder meer op minder gemeentefonds en meer lokale belastingen. De komende jaren werken het Rijk en de gemeenten gezamenlijk de voorstellen uit, conform het rapport “Lazeroms”. Voor 2026 heeft het Rijk landelijke bijna € 1 miljard beschikbaar gesteld om de afname van het gemeentefonds op te vangen.
Herverdeling gemeentefonds na 2025
In overeenstemming met de besluiten van het Rijk is er in de begroting van uitgegaan dat de herverdeling van het gemeentefonds voor Den Haag in 2023 € 7,50 per inwoner is, in 2024 € 15,-- per inwoner en in 2025 € 15,-- per inwoner. Het Rijk heeft nog geen besluit genomen over de verdere invoering van de herverdeling vanaf 2026, dat hangt van de evaluatie in 2025 af (zie Kamerbrief 35.925 B nr. 21 van 6 april 2022). Het onderzoek moet nog worden uitgevoerd. De uitkomst kan zowel voor- als nadelig voor de gemeente uitpakken. Daarom wordt er vooralsnog vanuit gegaan dat het effect op begroting neutraal is.
Jeugdhulp Scenario’s
De in de programmabegroting opgenomen meerjarige lasten voor jeugdhulp komen voort uit scenario’s waarvan onder andere volume ontwikkeling, prijsontwikkeling, en temporisering van de landelijk hervormingsagenda deel uitmaken. Er is onzekerheid over de feitelijke ontwikkeling van deze lasten. Dit heeft zowel impact op de hele periode van de programmabegroting 2023-2026 als op het jaar 2023.
Jeugdhulp als open-einde-regeling is dan ook onderdeel van de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit.
Risico’s
Een risico is een tegenvaller met financiële gevolgen waarvan de precieze hoogte onduidelijk is en waarvan onzeker is of de gebeurtenis zich daadwerkelijk voordoet. In de berekening van de algemene reserve, weerstandcapaciteit, lopen risico’s mee die een exogene oorzaak en substantiële financiële impact hebben.
Ze voldoen aan minimaal één van de volgende criteria:
- dusdanig onzeker vanwege lopende landelijke ontwikkelingen (b.v. herverdeeldiscussies gemeentefonds of compensaties) op betreffende geldstromen;
- die met wetgeving te maken hebben (niet-zijnde gesloten systemen met tarieven);
- van dusdanig grote omvang kunnen zijn dat een programma het effect financieel niet in het 1e jaar kan dragen;
- de kans van optreden is niet 100%, immers dan is sprake van een financieel tekort;
- kan niet met conform boekhoudkundige afspraken met een voorziening worden afgedekt;
- expliciet wordt besloten door het college.
Naast het aanhouden van een financiële buffer hanteert de gemeente Den Haag aanvullende maatregelen om de financiële gevolgen van risico's op te vangen:
- veel gebeurtenissen zijn weliswaar onverwacht, maar doen zich zo regelmatig voor dat over meerdere jaren bekeken vrij goed is aan te geven wat de financiële gevolgen daarvan kunnen zijn. Hiervoor reserveert de gemeente bedragen in de begroting of in voorzieningen;
- een aantal risico’s kan voor een gedeelte worden opgevangen uit specifieke bestemmingsreserves of programmareserves;
- bij investeringsprojecten is het gebruikelijk dat een post voor onvoorziene tegenvallers wordt meegenomen in het investeringskrediet, waarbij tevens expliciet gestuurd wordt op risicomanagement;
- risico’s kunnen beperkt worden door het afsluiten van verzekeringen, bijvoorbeeld tegen brandschade aan gemeentelijke gebouwen;
De relevante risico’s voor het weerstandsvermogen zijn de risico’s die niet of onvoldoende op een andere manier zijn ondervangen. Het risicoprofiel van de gemeente is voortdurend in beweging. Sommige risico’s worden kleiner of verdwijnen, andere risico’s manifesteren zich juist. Ook komen er nieuwe risico’s bij. De risicoparagraaf wordt bij voorjaarsnota, programmabegroting en de programmarekening opgesteld.
Doelmatigheidsonderzoek financiële risico's
In 2021 is een doelmatigheidsonderzoek uitgevoerd naar de werkwijze rondom het risico-cumulatiemodel. (Ris311212). Dit is het instrument dat de gemeente gebruikt om de benodigde hoogte van de algemene reserve te bepalen. Uit het onderzoek blijkt dat het risico-cumulatiemodel nog steeds beantwoordt aan haar doelstelling het kwantitatief onderbouwen van de benodigde hoogte van de algemene reserve. De aanbevelingen uit het onderzoek richten zich allereerst op het versterken van de kaders en de procesvoering rond het weerstandsvermogen. Aanbevolen wordt een kadernota voor het weerstandsvermogen op te stellen en om de bijbehorende procesvoering meer te formaliseren en te expliciteren. Het onderzoek geeft eveneens aanbevelingen over hoe de inzichtelijkheid van de informatie in de paragraaf weerstandsvermogen in de jaarrekening kan worden verbeterd.
Daarnaast worden praktische aanbevelingen gedaan met betrekking tot een registratiesysteem voor (gemeentebrede)risico’s en voor de inzet van instrumenten voor risicomanagement om het bewustzijn en beheersing van risico’s te versterken en de spelregels omtrent de inzet te verduidelijken.
Het college werkt aan een nota weerstandsvermogen en legt deze uiterlijk in het eerste kwartaal van 2023 aan de gemeenteraad voor. Vooruitlopend hierop wordt bij deze programmabegroting 2023-2026 reeds aanbevelingen over de inzichtelijkheid van informatie overgenomen.